Overval te Hezingen. De daders..
Inleiding
Ik vind het onwaardig om dit verhaal eenvoudig als vervolg op de page van Geert Schoonman te zetten. Maar toch is dit eigenlijk een vervolg op de pages "Dood van Geert Schoonman", "Inval op het Lutterzand" en "Wapendroppings in Noord Twente" en gaat in belangrijke mate over een jonge man, genaamd Dirk Johannes Kip (Dick genoemd), die, ondanks zijn jonge leeftijd, dood en verderf in Noord Twente zaaide.
Hotel Tubantia in Ootmarsum. Eigenaar Arnold Kip
Laten we beginnen bij het hotel Tubantia, op het adres Marktstraat 11-11a te Ootmarsum, daar waar Derk Johannes Kip werd geboren en zijn jeugd doorbracht. De eigenaar is zijn vader Arnold Hendrik Kip, geboren op 24 mei 1892 te Ootmarsum. Hij is gehuwd met Johanna Catharina Frowijn geboren 26 februari 1894. Ze krijgen twee kinderen,
Genaamd: Antonie Jan Kip, geboren te Ootmarsum 13 november 1920.
Dirk Johannes Kip (Dick) geboren te Ootmarsum 9 september 1924.
Van Antonie Jan Kip kan ik geen gegevens vinden. Hij wordt ook niet genoemd in de lijst van zuiveringen, die na de oorlog werd opgesteld. Daar komen wel zijn jongere broer Derk Johannes Kip, Dick genoemd en zijn vader Arnold Hendrik Kip op voor.
Zo aan een foto van het hotel, anno 1930, te zien, was dit hotel in de dertigerjaren een trefpunt van notabelen uit Ootmarsum.
https://www.heemkunde-ootmarsum.nl/wie-woonde-waar/561/2377/
Op deze link is een foto te zien van deze notabelen voor het hotel in de zomer van het jaar 1930.
De personen op het terras van links naar rechts zijn:
De eigenaar van het hotel Arnold Kip, Anna, de Duitse huishoudster van Kip), de horlogemaker Harry Budde, de confectiefabrikant Salomon Carel Minco, de hotelhouder Antoni Jan Kip, de fabrikant Johannes Bernardus Reuwer, de horlogemaker Theo Budde, de rijwielhersteller- elektricien Harry Buijvoets, de koperslager Jan Buijvoets, de manufacturier Gustaaf Brons, de koopman Louis Brons, de caféhouder Marinus Reuwer, de winkelier Mauritz ten Brink.
Aan een aantal namen is te zien dat er in die tijd van antisemitisme nog geen sprake was.
In dit milieu groeit Dick Kip op. Hij is 15 jaar oud wanneer de oorlog uitbreekt. Daar in het grensgebied, waar Duitsland toch al economisch sterk met Nederland verbonden was en dan vooral horecagelegenheden, die ook door Duitsers bezocht zullen zijn.
Hoe komt Dick Kip, die thuis niets te klagen had en een goede opleiding heeft gehad, zelfs de HBS in zijn geheel heeft doorlopen, zover dat hij bij de Landwacht ging. De huiselijke kring zal beslist invloed op hem hebben gehad want hij werd grootgebracht in een echt broeinest van Nationaal Socialisme.
Zijn vader Arnold en zijn moeder, waren één der eerste leden van de NSB in Ootmarsum en het duurde, na de bezetting van Nederland, niet lang of de nazi vlag met het hakenkruis wapperde boven dit hotel.
Tijdens de bezettingsjaren ontpopte vader Arnold Kip zich op zijn zachts gezegd als een onprettig persoon. Omtrent vooraanstaande medeburgers van Ootmarsum was vader Arnold Kip ook al niet zachtzinnig. Onder andere schreef hij brieven naar de kringleider van de NSB voor Twente, naar van Geelkerken en naar Rauter. Daarin gaf hij aan dat genoemde burgers zich niet gedroegen in de Nationaal Socialistische zin. Door zijn toedoen werden pastoor Schepers, kapelaan Tempel, de gemeenteveldwachter, de waarnemend burgemeester van Tubbergen F.E.v.d.Berg, de wethouder van die gemeente, W.J. Broekhuis en G.B.Harmelink aan opsporing en vervolging bloot gesteld.
Waarschijnlijk was dit al een breuk tussen Arnold Kip en een belangrijk deel van de bewoners van Ootmarsum.
Zijn zoon Dick had het van geen vreemde.
In zijn jeugdjaren was Dick ook al niet een prettige jongen om mee om te gaan en mishandelde hij zelfs oudere schoolkameraden en jeugdvrienden. Hij voelde zich superieur tegenover hen.
Hij zelf, zijnde een ogenschijnlijk nietig mannetje, had bewondering voor een neef van hem, die vaak over de vloer kwam en die zich had aangemeld voor de “Waffen SS” en zelfs in Rusland had gevochten. Zijn neef propageerde het geen hij in Rusland had gedaan als iets zinvols om het eigen volk te beschermen. In Rusland had deze neef gezien dat de mensen daar werden onderdrukt. Daarom had deze neef hem geadviseerd om zich ook bij de NSB te aan te melden. Na zijn aanmelding vervulde Dick Kip in deze beweging talrijke functies, onder andere was hij groepsadministrateur en colportagegeleider. In de opleiding die hij in Schalkhaar kreeg, maakte hij kennis met de Nationaal Socialistische Politiemethoden en met gebruikmaking van deze kennis ging hij later bij de landwacht.
De Landwacht, die in de maand november 1943 officieel landelijk, onder de Duitse bezetting werd opgericht, werd voor het eerst op straat gesignaleerd in de maand maart 1944. Zo werd tevens in Ootmarsum in deze maand de Landwacht opgericht.
De bedoeling was dat deze Landwachters vooral werden ingezet voor de bewaking van gebouwen, het controleren van persoonsbewijzen en het uitvoeren van arrestaties, huiszoekingen en visitaties.
De leden die zich bij de groep Ootmarsum aanmeldden, of met deze groep samen werkten, waren in kennis ver onder het niveau van de toen 20 jarige Dick Kip. Voorts kwam hij, zoals gezegd, uit een betere klasse dan de overige Landwachters met wie hij moest samenwerken. Dit verschil wilde hij natuurlijk in het begin graag duidelijk stellen. Daarom, ondanks zijn jonge leeftijd, verklaarden de overige leden hem direct als commandant der Landwacht van de groep Ootmarsum. Bij deze groep hoorden o.a.
Johan Naafs, Overdinkel,
Johan Franciscus Achterbosch, Oldenzaal,
J.J. Achterbos, Overdinkel
G.H. Hegeman, postbode.
Jan Bonke, hoorde ook bij deze groep, ook wel “Bonken Jan” genoemd, uit Denekamp
Pierik, Verder nog een zekere Pierik de 24 jarige landwachter
J. Nijholt, uit Losser. Hij was landwachter, ten tijde van de overval bij boer Paus in Hezingen, was hij 20 jaar. Hij schijnt ook nog een broer te hebben, die tevens Landwachter was. Afkomstig uit een NSB milieu. Zijn vader was in 1932 al bij de NSB
Johan Willem van Zuilekom, mechanicus, uit Ootmarsum.
Hij stond bekend als een fanatiek NSB’er. Dat er leden in zijn landwachtgroep bij zaten uit Overdinkel en Oldenzaal, toont tevens aan wat zijn werkgebied is geweest.
Naafs, zat van 1935 tot 1940 in de werkverschaffing en kon voor hem en zijn geesteszieke vrouw per week F. 13,80 besteden. Ter zitting nadien, begreep Naafs de gestelde vragen van de rechtbank niet.
H. Beute van beroep spinner was lid van het NSKK Nationalsozialistisches Kraftfahrkorps en heeft als zodanig voor het Duitse leger gevochten tegen de Russen.
Er zullen er meer geweest zijn, maar bovengenoemde Landwachters stonden onder commando van Dick Kip. Direct is te zien dat Dick maar weinig leden in zijn eigen woonplaats kon werven.
Van Zuilekom en waarschijnlijk ook Beute, waren uit Ootmarsum.
Heel wat anders dan de jonge mannen op het platte land, waar werken op de boerderij hoog in het vaandel stond. Maar dat waren dan ook de jonge mannen die de risico´s namen om alle, door de geallieerden gedropte containers met wapens, van het veld te halen en te verbergen. Afkomst telde niet. Aan pakken, met z´n allen was hun leus.
Voor zover ik na kan gaan waren dit bijna allemaal jonge mannen die rond Hezingen woonden. Onder andere:
Bernard Veer (Vasse), Loohuis (Tubbergen), (Zijn vader had een café bij de oude Melkfabriek), Gerard Wenneger, Haanstede (Hezingen), Teun Evers (Hezingen), Eef Evers (Hezingen), Frans Evers (Hezingen), Herman Evers (Hezingen), Jan Evers (Hezingen), Harry Buyvoets (Tubbergen).
De personen werden genoemd aan de hand van een foto. (Info via Jelle Hooiveld.) Het gros van deze jongeren waren zoons van boer Paus. Boer Paus had zijn jongens geleerd om op te komen voor onderdrukten en mensen die in nood verkeerden en dat zij dit deden voor “God en Vaderland”.
Het NSB (Landwacht) broeinest lag maar enkele kilometers van de boerderij van Paus verwijderd. Dus zullen er in die tijd toch wel eens uitingen van ongerustheid te horen zijn geweest. Vooral omdat deze boerderij, behalve als onderduikadres, ook de uitvalsbasis voor ondersteuning aan droppings diende.
Van Kip en zijn Landwachters zou je in eerste instantie denken, dat zij reageerden op de gedropte containers en verder tips van verraders, want die waren natuurlijk overal te vinden. Deze verraders stonden na de oorlog ineens weer aan de goede kant. Altijd aan de kant waar het meeste te halen was.
Ik noem hier een nog niet uitgewerkte info gekregen van de heer G. Zijn naam laat ik er maar even buiten omdat er nog onderzoek in deze gedaan moet worden:
“Nog een aanvulling, Gejo, op mijn eerdere bericht.
Bonke noemt in zijn verhoor ook de naam Van Dijk uit Denekamp.
Over laatstgenoemde heb ik enige informatie gevonden in het hierna vermelde document, waardoor een link gelegd kan worden met Kip, Ootmarsum (via dochter V. Dijk)".
-Document:
"Arrestantencommissie Denekamp."
“Rapport betreffende de door de commissie beoordeelde politieke verdachten; bijgewerkt t/m 15 mei 1945."
--P. van Dijk (3-4-1890), 'kantoorhouder PTT' in Denekamp, lid NSB, na sept. 44 uit die partij gezet, verder "groepsorganisator, Landwacht, aanbrenger, propaganda".
--Dochter "mej. T.G. van Dijk (6-2-1921), lid NSB sinds zomer 1940 tot nov. 44."
Bij haar naam staat o.m. vermeldt: "afluisteren Engelsche radio en aanbrengen, verkeering met Kip uit Ootmarsum."
Het bijzondere aan dit bericht is dat mej. Trijntje Geesje van Dijk, afkomstig uit het gehucht Terkaple, nabij het Sneekermeer in Friesland, op dat moment verkering heeft met Kip uit Ootmarsum. Haar werkzaamheden bestonden uit het afluisteren van de Engelse radio en het aanbrengen van personen.
Natuurlijk kon een ieder, die een radiotoestel in zijn/haar bezit had, via bijvoorbeeld Radio Londen, of Oranje, op de middengolf golf, berichten meekrijgen, die direct al verdacht waren, zoals “Ga zo door mijn jongen”, “De sigarettenkoker is leeg!” en veel meer van deze berichten. Zonder aanvullende informatie kon je er eigenlijk niets mee, maar waar wel op ingespeeld kon worden was, dat er na zo´n bericht, in de nacht ergens een dropping volgde. Maar zoals gezegd kon dit overal in bezet Nederland het geval zijn. Het was een beetje een lot uit de loterij als je de juiste datum en locatie er bij zou hebben. Degene die dit coördineerde was onder andere Geert Schoonman. Hij had wel de datum, het tijdstip en de coördinaten waar gedropt zou worden. Daarvoor onderhield Geert ook via een zender contacten met de geallieerden. Er wordt gesproken dat in de ruimte onder de stal bij boer Paus tevens een radiotoestel werd aangetroffen. Het moet haast wel zo zijn dat op de boerderij een zendontvanger verborgen was. Kennelijk is deze niet gevonden, of mogelijk niet als zodanig herkend.
Dick Kip gaf toe dat hij zo´n 20- tot 25 overvallen en huiszoekingen in zijn gebied heeft gedaan.
Hierbij horen onder andere:
1. De inval in het Lutterzand. (https://www.blondepiet.nl/inval-op-het-lutterzand/)
2. De inval bij boer Paus in Hezingen (https://www.blondepiet.nl/dood-van-geert-schoonman/)
Verder zijn er nog twee overvallen die hier vermeld dienen te worden:
Inval op een boerderij nabij het Springendal. (Actie van Dick Kip, met een aantal Duitse soldaten.)
Ferdinand Harmsen, 28 jaar oud, landbouwer-bedrijfsleider te Ootmarsum, woonde destijds met zijn moeder, broer Bernard en zuster Gerda, op een boerderij nabij het Springendal.
Hieronder de link naar een foto van deze boerderij anno 1933.
https://www.heemkunde-ootmarsum.nl/foto/15551/
Deze boerderij stond bekend als Boerderij Harmsen.
De familie Harmsen pachtte de boerderij van textielfabrikant Jannink uit Enschede, die de eigenaar van het Springendal was.
Daar kreeg Harmsen op een dag bezoek van enkele Duitse soldaten, waar Dick Kip ook bij was. Kip was bewapend met een revolver en had twee Russen bij zich, een man en een vrouw, die zich schuil hadden gehouden, in een hol, in de omgeving van deze boerderij. Dick deed deze inval omdat hij de twee broers ervan verdacht deze Russen onderdak te hebben verleend. Natuurlijk moet ervan uitgegaan worden dat deze ontdekking aangebracht werk was. Beide broers werden gedwongen om anderhalf uur lang met de armen omhoog te staan. Daarna werden ze, alsmede hun zuster Gerda gearresteerd en overgebracht naar de marechausseekazerne te Ootmarsum. Daar werden zij opnieuw verhoord, waarbij Kip, de beide broers met een revolver in het gezicht sloeg en hen op de tenen ging staan. De volgende dag werden zij per auto naar Enschede overgebracht en daar door de SD verhoord.
De S.D. mannen vroegen hen, of zij wisten dat er munitie bij Evers was verborgen. Dit ontkenden zij en later werden ze vrijgelaten. Hun zuster Gerda werd verplicht om nog een week bij de S.D. te blijven werken.
De vraag blijft nog over wat er daarna met die Russische man en vrouw is gebeurd.
Verder opmerkelijk is de vraag van de SD aan de arrestanten of zij wisten dat er bij Evers munitie was verborgen.
Als deze vraag vóór de inval bij boer Evers (Paus) werd gesteld, dan had men op dat moment al informatie gekregen dat er bij boer Paus munitie aanwezig zou zijn en een positief antwoord, deze informatie zou ondersteunen.
Als deze vraag gesteld werd, ná de inval bij boer Paus, dan had men kennelijk verwacht meer te vinden. Helaas kan ik geen datum aan deze inval verbinden.
Overval in Gammelke. ( Landwachters Dick Kip, J.W. van Zuilekom, Pierik, Naafs en Beute.)
Foto van de boerderij
Recente luchtopname van de boerderij
Op 22 november 1944, pleegde Dick Kip met enkele hierboven genoemde landwachters in Gammelke (Weerselo nabij Borne) een gewapende overval op een boerderij waar de onderduiker C.W. Vagevuur werd aangetroffen. Deze zat in de keuken te eten en toen hem door Kip gevraagd werd om zijn persoonsbewijs te tonen, zei hij dat hij dit in de jas had zitten, die hij op de deel had hangen. Vagevuur, die op weg ging om “zijn persoonsbewijs halen” vermoedde onraad en ging er als een haas vandoor. Buiten gekomen liep hij om de boerderij heen, alwaar een Landwachter op zijn post stond. De Landwachter aarzelde geen moment en schoot hem een kogel in de borst.
C.W. Vagevuur. ( Bron foto: Oorlogsgravenstichting)
-Ter zitting in de zaak Kip en anderen, schetste de president van het Gerechtshof de situatie bij de boerderij en achtte het zeer waarschijnlijk dat Vagevuur door Kip was doodgeschoten. Ook de twee bij Kip aanwezige landwachters Pierik en Beute losten schoten.
Ter zitting verklaarde de eveneens daarbij aanwezige landwachter Naafs: “Na de schietpartij eisten zowel Kip als Beute de eer op Vagevuur te hebben dood geschoten.”
Verder was de landwachter J.W. van Zuilekom daar ook bij aanwezig. Zuilekom verklaarde dat hij geen wapen bij zich had en zelfs met Kip de levensgevaarlijk gewonde Vagevuur naar huis te hebben gebracht.
Het slachtoffer is Christianus Wilhelmus Vagevuur,
Geboren te Enschede, op 11 mei 1919, wonende aan de Steenweg 7 te Enschede en overleden op 22 november 1944 te Weerselo.
Als bron worden door mij delen van een interview gebruikt, geschreven door Piet Kralt, naar aanleiding van een interview dat hij had met de neef Cor Vagevuur, geplaatst door de Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 28 februari 2023. Omdat ik ook gegevens gebruik die ter zitting bij het gerecht worden gebruikt, wijken sommige zaken van de toedracht af.
Het slachtoffer Chris Vagevuur bleek een verzetsman te zijn, die net als vele andere verzetslieden, al of niet tijdelijk ondergedoken zaten om aan een eventuele arrestatie te ontkomen.
Chris was lid van de katholieke verzetsgroep van kapelaan Piet van den Brink in Enschede.
Hij groeide op in een degelijk katholiek gezin. Thuis waren ze anti-Duits. Een broer van Chris had al eens een poosje gevangen gezeten. Het belangrijkste doel van deze verzetsgroep was onderduikers verzorgen, maar ook hielp deze groep gestrande geallieerde piloten op weg naar huis, door ze over de grens naar België te brengen. Vooral doken mensen onder die zich onttrokken voor de “Arbeitseinsatz” in Duitsland en Joden. Deze mensen dienden ook verzorgd te worden. En zo kwam het door al deze werkzaamheden, dat de verzetsman zelf, zoals Vagevuur, ook onder moest duiken. Telkens op een andere boerderij in de omgeving.
Zoals J.W. van Zuilekom voor de rechtbank vertelde dat hij, samen met Dick Kip, de zwaar gewonde Vagevuur naar huis hebben getransporteerd, wat onlogisch lijkt omdat Kip zich anders nooit bekommerd had om slachtoffers, kan het volgende mogelijk een omdenken hebben gegeven.
Bij de inval bij boer Paus in Hezingen, waren kort na de inval Duitse soldaten aanwezig die de zaak overnamen. Voor Kip en zijn mannen zat als het ware de klus er op. Bij de boerderij in het Springendal was Kip er met Duitse soldaten. Hij fungeerde waarschijnlijk als aangever/gids. Ook dit ging bij de afhandeling van zaken aan hem voorbij. In het Lutterzand was kennelijk ook een Landwachtgroep uit Oldenzaal aanwezig.
Nu hier in het Gammelke, is Kip met zijn vier Landwachters, op zichzelf aangewezen. Hij is nu wel erg ver bij Ootmarsum vandaan om even hulp te halen. En waarschijnlijk zitten deze Landwachters al in een ander district te werken. Waarom Kip juist daar een actie onderneemt kan bijna alleen dan dat hij een tip heeft gekregen dat er in deze boerderij wat te halen valt.
Wat Kip niet wist dat het hoofdkwartier van het gezamenlijke Twentse verzet, na de Duitse inval op Lidwina in Zenderen, begin oktober 1944, opnieuw was opgezet en zich in de boerderij van Junninck in het buurtschap Dulder bevond. Op slechts 13 minuten fietsen van de boerderij van het Gammelke.
Op de vraag naar zijn persoonsbewijs en de daarop volgende vluchtpoging van Vagevuur, was het voor de Landwacht even een chaotische toestand. Buiten werd Vagevuur door een kogel in de borst getroffen. Er vielen meerdere schoten, waardoor de verwarring nog groter werd.
Dit blijkt ook uit het feit dat er een discussie tussen Kip en Beute ontstond, wie de persoon had neergeschoten. Het is een nogal grote boerderij dus als daar nog meer mensen aanwezig waren geweest, zoals de boeren familie, onderduikers en het Jedburg teamlid Austin, dan hebben zij de mogelijk de kans gehad om te vluchten of zich te verstoppen. Normaal wordt er dan een huiszoeking verricht, maar ineens lijkt dat allemaal niet meer belangrijk. Het persoonsbewijs van het slachtoffer wordt gevonden en gecontroleerd. Het bleek hen toen te gaan om Vagevuur, wonende aan de Steenweg 7 in Enschede. Het slachtoffer, dat op dat moment kennelijk nog leeft, dus ernstig gewond is, wordt op een platte wagen geladen en Kip met Van Zuilekom vertrekken daarmee naar Enschede. Met paard en wagen zal dit iets meer dan een uur geduurd hebben. Het schijnt dat een neef van Chris Vagevuur de platte wagen voorbij heeft zien rijden.
Aangenomen mag worden dat de drie Landwachters Pierik, Naafs en Beute niet bij de boerderij zijn gebleven. Beute zou nog leiding kunnen geven, maar vooral van Naafs had men geen goede indruk. Waarschijnlijk zijn de drie naar hun huizen vertrokken en Kip en Zuilekom met de paard en wagen of op hun fietsen die zij dan meegenomen hadden, naar huis vertrokken.
Om een indruk te geven hoe het omstreeks de 22e november 1944 op straat toe ging.
Aldus de heer Dingeldein:
“November 24 (1944), vrijdag.
Opnieuw regen. Overal hoog water, de Dinkel stroomt reeds over. De zandwegen zijn modderpoelen en de boerderijen liggen in moerassen.
Grote drukte in `t dorp (Denekamp): De soldaten gaan weg! Overal zijn ze bezig de bagage uit de huizen te slepen. En te laden op wagens van boeren, die in grote getale voor dit werk gerekwireerd zijn. Groenbruin gevlekte zeildoeken worden er over geworpen. En dan gaat het richting Oldenzaal. De ene groep, na de ander gaat op mars. Voor zover ze niet op de wagens zijn geklommen. Daar zitten ze gehurkt, met gebogen rug, in de neerzijgende regen. Welk een verschil met mei 1940. Toen kwamen ze ons land binnen met nieuwe hardlopende auto´s met berkentakken en seringen. Nu is de benzine op, vier vijf auto´s zijn achter elkaar gekoppeld, voortgetrokken door de ene, die nog op eigen kracht lopen mag. Lattrop is al geheel ontruimd Op het St. Nicolaasgesticht zijn nog maar 20 SS mannen. Voor hun aftocht hebben de soldaten danig huis gehouden in hun kwartieren. Het is niet te zeggen wat er allemaal moedwillig is beschadigd, stukgeslagen, verbrand en geroofd.
Veel is er ook gestolen in de R.K. pastorie gedurende de enkele dagen, dat het gebouw bezet was. Er was o.a. nog een goede voorraad wijn in de kelder achter gebleven; ook veel serviesgoed; nagenoeg alles is verdwenen.”
Dit lezende lijkt het er op dat de groep Kip nog niet in de gaten had dat het aflopende zaak is en dat de Duitsers zo langzamerhand genoeg aan zich zelf hadden. Dat de bevrijding nog minstens 5 maanden op zich liet wachten kon men voordien niet weten.
Dan is er de bevrijding. Op 2 april 1945 wordt Denekamp bevrijd. Veel NSB´ers en Landwachters, onder wie Dick Kip, zijn vader vinden het in eeerste instantie niet nodig om te vluchten. Volgens hen hebben ze niet veel fout gedaan. Dat inmiddels half Ootmarsum en ver daarbuiten, deze mannen het liefst dood zouden wensen, dat komt kennelijk niet in hen op.
Toch wordt het hen op den duur te heet onder de voeten en konden ze verwachten dat een arrestatie niet lang meer zou duren.
Bij hun poging, begin mei 1945, als ze samen, tussen talloze arbeidsslaven anoniem en ongezien de grens bij Denekamp proberen over te komen, worden Dirk Johannes Kip en zijn vader Arnold, door een grenswachter herkend en vervolgens gearresteerd en overgebracht naar de marechaussee kazerne te Ootmarsum. Op weg daar naar toe krijgt Dick Kip een bord omgehangen met daarop de tekst “Ik ben een moordenaar”. Veel mensen jouwen de twee uit met alle verwensingen die men zich maar kan bedenken. De gezichtsuitdrukkingen van de omstanders op de foto spreken boekdelen
De marechausseekazerne is ineens een heel ander gebouw. Een half jaar eerder werden daar nog joden opgesloten en nu zijn dan de daders aan de beurt. Vanaf die kazerne wordt Dick Kip later over gebracht naar een andere gevangenis.(Scholtengevangenis in Enschede?)
Zijn vader wordt later vrijgelaten, maar moet zich daarna wel voor het gerecht verantwoorden.
Ineens is het hotel leeg. Geen Duitsers meer. De vlag met het hakenkruis is verdwenen en inwoners van Ootmarsum laten zich daar niet meer zien. Voor Arnold Kip zit er niets anders op dan het hotel te verhuren. Onder andere huurt de familie Fokkinga het hotel, dat in het jaar 1969 werd verkocht aan de Rabobank.
In januari 1948 komt Dick voor de rechter. Hij wordt daarbij tevens gedagvaard voor een lafhartige moord op een vluchtende onderduiker bij Oldenzaal. Het Bijzonder Gerechtshof in Arnhem dat voor deze bijzondere gelegenheid, zitting houdt in Almelo, veroordeelt Dick Kip tot een gevangenisstraf van 15 jaar met aftrek van het voorarrest.
Dick Kip staande, voor het gerecht in Almelo.
Maar al na acht jaar wordt hij in vrijheid gesteld en vestigt zich, als advocaat, in het westen van het land. Later verhuist hij naar België om op latere leeftijd weer terug te keren naar Nederland en vestigt zich in het plaatsje xxxxxxx.
Ondanks zijn verleden kwam Dick Kip nog geregeld terug in Ootmarsum. Gedurende zijn verblijf in Ootmarsum, voelde hij zich toch niet gerust. Er werd gezegd dat hij gedurende zijn bezoek, altijd werd begeleid door een lijfwacht. Hij bezocht dan zijn bejaarde moeder, die in Ootmarsum was blijven wonen maar kwam ook als er leden van de Hervormde kerk in Ootmarsum die leeftijdsgenoten van hem waren, werden begraven.
Dat niemand van deze kerkgemeenschap, in dezelfde kerkbank wilde zitten en later na de begrafenis in “Ons gebouw” hem ook meden liet hem kennelijk volkomen koud.
Dick Kip kreeg, wat hij anderen in de oorlog ontnomen had; een lang leven; Hij overleed op 10 november 2016, op 92 jarige leeftijd, in xxxxxx, alwaar hij ook werd begraven.
Bij toeval kwam ik in verband met het overlijden van Dick Kip een memorie tegen in het maandblad van de kerk waar hij lid van was. De inhoud daarvan doet mij vermoeden dat men niet op de hoogte is geweest van het verleden van Dick Kip. Mocht dat wel het geval zijn en men ten opzichte van hem vergevingsgezind wilde zijn, zoals het in de Bijbel geschreven staat: “Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren”, dan is dat een heel nobel streven. Zo zou het altijd moeten zijn. Ook ik als schrijver zou dat in een aantal gevallen graag eens vernemen. Maar kennelijk schijnt dit moeilijk te zijn.
“Blonde Piet, van wie men uitging dat hij een man was die er een soort “rechtlijnig” denken op na hield, ging, tot verbazing van velen om hem heen, in 1955, dus tien jaar na de oorlog, op vakantie naar Heidelberg in Duitsland. Ondanks dat hij dit deed, bleven wrok, verdriet, boosheid en teleurstelling in mensen, als gevolg van deze oorlog zijn verdere leven beïnvloeden.
Maar mijns inziens komen zulke woorden, geschreven in de memorie voor veel mensen, die weten hoeveel doden Dick Kip op zijn geweten heeft, zoals u hebt kunnen lezen, op zijn zachtst gezegd pijnlijk over. Dan te bedenken dat zijn milde straf van 15 jaar; iedereen verwachtte de doodstraf; uiteindelijk tot 8 jaar werd terug gezet.
Hieronder kunt u de memorie, aan hem gewijd, lezen:
OVERLEDEN
Op 10 november overleed op 92 jarige leeftijd ons gemeentelid Dirk Johannes (Dick) Kip, xxxxxxx. Ondanks zijn kwetsbare gezondheid kwam zijn sterven toch nog onverwacht. Aanvankelijk had hij nog plannen om na zijn ziekenhuisopname, elders te revalideren, toen zijn toestand verslechterde en hij overleed. Dick Kip woonde samen met zijn vrouw de laatste jaren in een appartement in xxxxxxxxx. Daarvoor woonden zij jarenlang in Blaricum. In hun huis en hun tuin hadden ze het goed. In de Dorpskerk van xxxxxxxx is, naar zijn wens, de afscheidsdienst gehouden. Daarna hebben we hem begraven naast de kerk.
Dick Kip was een ondernemend mens. Hij wist wat hij wilde. Hij leidde zijn bedrijf met vaste hand. Hij had duidelijke meningen en je moest van goeden huize komen om hem van gedachten te veranderen. Tegelijk had Dick Kip oog, oor en hart voor mensen. Hij zorgde voor degenen voor wie hij zich verantwoordelijk voelde. Hij was de man van het delen, van het rijkelijk delen.
Zijn vrouw en hij leerden elkaar lang geleden kennen. Het was liefde vanaf het begin. Ze hebben tientallen jaren lief en leed samen gedeeld. Vorig jaar vierden ze nog hun zestig jarig huwelijksjubileum. Ze werden omringd door familie en een schare vrienden en bekenden.
Zijn kinderen noemen hem iemand bij wie je altijd terecht kon, iemand die je bijstond met duidelijke raad en daad, iemand die grenzen trok en wegen wees, iemand die zijn betrokkenheid en liefde toonde in wat hij deed. Dick Kip was een gelovig mens, die zijn verstand gebruikte en besefte wat hij niet kon weten. Hij was betrokken bij de kerk, hij wist wat de waarde daarvan was. Hij kon ook kritisch zijn op voorgangers die naar zijn idee al te relativerend omgingen met wezenlijke verhalen. Een tijd geleden vroeg hij of ik langs wilde komen. Hij wilde bespreken wat er op zijn begrafenis gezegd en gezongen zou worden. Hij wilde geen poespas, geen toespraken. Laat het een sober en stijlvol geheel worden! Psalm 23 wilde hij laten lezen, de bekende woorden over herderschap.
Tekst Psalm 23:
“De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. Hij doet mij neder liggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren. Hij verkwikt mijn ziel; Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid, om Zijns Naams wil.”
Dat herderschap heeft Dick Kip op zijn eigen wijze ingevuld, in de richting van zijn vrouw, zijn familie, zijn werknemers, en andere mensen die op zijn weg kwamen.
Hoe verging het de personen die hun medewerking aan aan praktijken van Dick Kip verleenden.
Jan Bonke
Dat de naam Jan Bonke zo bekend is, blijkt niet uit de vele daden. Hij werkte behalve in opdracht van Dick Kip, ook rechtstreeks samen met de S.D, in Denekamp.
Aldus Jan Bonke:
"Ik heb ongeveer twee jaar voor de Gestapo gewerkt tezamen met de S.D. agenten aan de Frensdorferhaar, n.l. Wienpahl, Burkel, Straatmann, Eilers, Schroben en met Berends een geheim Gestapoagent. Mijn werk bestond uit het verrichten van verschillende politiezaken."
De aanhouding en het verhoor van Jan Bonke.
Een gedeelte van het verhoor dat gaat over de inval in het Lutterzand heb ik op die page verwerkt. Wat nog overblijft om te vermelden is dat in het Centraal Archief in Den Haag drie dossiers van Bonke liggen. Door de corona is verder geen actie ondernomen om deze door te nemen. Veel heb ik overgenomen uit krantenberichten. Verder heb ik met veel mensen contact gehad die mededelingen deden.
Natuurlijk zal hij het in zijn verklaring niet over zijn misdaden gehad hebben. Een groot gedeelte van de verklaring gaat over de inval die Bonke op de boerderij van Morsink gedaan had, zijnde de man die nu zijn verhoor doet. De inhoud van dit verhoor is eigenlijk een dialoog tussen Jan Bonke en Morsink en gaat over de personen die zowel bij Morsink als bij Bonke bekend zijn.
Wel is een uitvoerig verslag te lezen over de laatste dagen dat Bonke in vrijheid was, na de bevrijding, zoals Bonke zelf heeft verklaard:
"Tweede Paasdag was ik eerst thuis in Denekamp op onze boerderij. Ik heb daar geslapen, ben daarna naar Nordhorn, naar Richtering gegaan tot de boerderij daar was uitgebrand. We hebben daar meubels naar buiten gebracht tezamen met bakker Wilkes uit Nordhorn en een zekere Meier uit Nordhorn, die de volgende dag bij een poging tot ontvluchting door de Engelsen werd neergeschoten. Vanuit Nordhorn ben ik naar een boer achter Neuenhaus gegaan. De naam is mij niet bekend, want ik heb daar gezworven van de één naar de ander. Toen ben ik naar de buurt van Meppen getrokken en was daar zwervende met voor mij onbekende personen. Toen ik deze middag bij slager Friemann te Nordhorn werd gegrepen, was ik daar juist 5 minuten. Ik kwam namelijk van het ziekenhuis in Nordhorn waar ik mijn zuster had bezocht."
Zo kwam er een voorlopig einde aan de vrijheid van Bonke en diende hij zich te verantwoorden voor zijn daden. Onderweg in Denekamp, naar de plaats waar hij zou worden ingesloten, werd hij begeleid door een grote groep mensen, onder schot gehouden met een stengun en hij was verplicht zijn handen op zijn hoofd te houden.
J. Nijholt
Tubantia 29-1-1948
Voor het bijzonder Gerechtshof, tijdelijk ingericht bij de Rechtbank te Almelo, stond de nu 24 jarige J. Nijholt uit Losser terecht. Hij was Landwachter in de groep van Dick Kip.
Nijholt heeft, samen met Dick Kip, H. Beute en andere Landwachters deelgenomen aan de overval op de boerderij van Paus in Hezingen. Volgens de rechtbank was deze overval één van de grootste wandaden welke de landwacht van Twente heeft bedreven en in de geschiedenis geboekstaafd zal blijven.
Opmerking: Kennelijk heeft J. Nijholt ook nog een broer, die tevens bij de Landwacht dienst deed.
Deze jonge man die op het oog een behoorlijke, zij het wat onverschillige indruk maakt heeft volgens zijn eigen bekentenis geschoten op G. Schoonman, die onder de naam “Rooie Geert” of “Timmerman” illegaal werkte en ten tijde van de overval op de Pausboerderij verbleef.
Schoonman probeerde toen door de vlucht zijn leven te redden, maar Nijholt zond hem een kogel na. Niet zoals hij zegt, om hem te doden maar om hem het vluchten te beletten. Dat lukte helaas en Schoonman werd, evenals de anderen aan de S.D. overgeleverd, die deze flinke jonge kerel met een nekschot de dood in joeg. Op 26 oktober 1947 werd zijn stoffelijk overschot op het vliegveld Twente opgegraven.
De 27 jarige verloofde van Geert Schoonman, genaamd Bertha Kempers, werd als getuige gehoord. Ze vertelde het Hof hoe zij, direct na de oorlog, op onderzoek is uitgegaan om er achter te komen waar haar verloofde was gebleven. Daartoe had ze zich naar de “Scholtengevangenis” in Enschede begeven, waar alle oorlogsdelinquenten waren ingesloten. Alhoewel ze zelf zegt dat ze daarmee niet ver kwam, wist ze toch zover te komen dat ze wist dat Nijholt met twee anderen op haar verloofde hadden geschoten en hem daarna aan de S.D. hadden over gegeven.
---
Opmerking: Weer zoiets waar ik veel vragen heb, die waarschijnlijk nooit beantwoord zullen worden. Een grote K.P. vriend van Blonde Piet werd vermoord en begraven. Bertha komt er achter dat Nijholt en anderen de dader(s) zijn. Blonde Piet is op dat moment commandant van deze gevangenis. Geen woord bij Blonde Piet dat de dader van de moord bij hem opgesloten zit. Heeft Bertha, geen contact met Blonde Piet gezocht? Na de oorlog bleek ook niet dat er een contacten tussen Bertha en Blonde Piet waren, alhoewel ze samen toch heel veel hadden meegemaakt.
---
De President merkte op, dat Schoonman regelmatig contacten onderhield met Engeland en dat hij deelgenomen heeft aan de overval op de Koepel in Arnhem. “U hebt reden om trots te zijn op uw verloofde” deelde de President aan Bertha mede.
Behalve aan de overval op de Pausboerderij, heeft Nijholt, die voortkomt uit een N.S.B. milieu (zijn vader was in 1932 al lid van de N.S.B.) deelgenomen aan overvallen bij Ten Denge in Overdinkel, wiens zoon werd gearresteerd, bij Stegeman eveneens in Overdinkel, bij een zekere Veldhuis waarbij een onderduiker door het been werd geschoten, bij Luyerink, op de boerderij Oosterink in Lonneker en aan de huiszoeking bij Van Veen in Fleringen waar 3 personen werden gearresteerd. Ook heeft hij patrouille gelopen in Losser, Rijssen, Ootmarsum, Oldenzaal en Holten.
In zijn requisitoir zei de procureur generaal Mr. De Walle, dat een arrest van de Hoge Raad heeft uitgewezen dat het niet nodig was, uit te zoeken wie de schoten heeft gelost. Dat is samen en in vereniging geschied en dat is voldoende om een veroordeling te doen volgen.
De eis Luidde 8 jaar gevangenisstraf en ontzetting uit beide kiesrechten.
Arnold H. Kip
12-2-1948 (Twentsch Dagblad Tubantia)
De hotelhouder, Arnold Kip, vader van Dick Kip, die eigenlijk de voedingsbodem is geweest voor de praktijken van zijn zoon, stond ook terecht. Onder andere voor het plunderen van de Pausboerderij in Hezingen, na de overval.
Hij werd veroordeeld tot 5,5 jaar hechtenis, met aftrek van het voorarrest. 9 maanden, na zijn veroordeling kwam hij te overlijden.
G.H. Hegeman
G.H. Hegeman, postbode te Losser, kreeg 4,5 jaar met aftrek. De eis was 7 jaar en ontzetting uit de kiesrechten voor het leven.
Hij speelde ook een Rol in het drama bij boer Paus. Als beloning voor zijn dienst eigende hij zich als buit van de boerderij van Paus uit Hezingen, twee kostuums toe die hem wel aanstonden en nam deze dan ook maar mee. Hij dacht: “Waarom zou ik het niet doen? De Duitsers doen het ook!”
Van het varkensvlees kreeg hij volgens zijn zeggen: “Ook een stukkie”. Dat “stukkie" was in ieder geval meer dan 5 pond. Verder liep hij patrouillediensten in Losser, Ootmarsum en Oldenzaal.
De procureur fiscaal van het Hof, tijdelijk gehouden te Almelo, bracht naar voren dat de Duitse vrouw van Hegeman voor hem fataal is geworden. Zij was het begin van alle misère. Met nadruk wees de procureur fiscaal er op dat deze verdachte, die in 1916- 1918 dienstplichtig soldaat is geweest, moet weten wat het betekent naar de vijand over te lopen. Dat bepaalde mede de strafmaat van 7 jaar.
H. Beute
H. Beute, spinner te Losser, kreeg 8 jaar met aftrek. De eis luidde 10 jaar.
Beute was lid van het N.S.K.K.( Nationalsozialistisches Kraftfahrkorps)
Beute, die tijdens de overval bij boer Paus in Hezingen het zijne heeft gedaan. Het is niet precies na te gaan welke rol hij daarbij heeft gespeeld, maar zijn schuld is er niet minder om.
In Polen heeft Beute een ongeluk gehad met zijn arm, maar dat vormde, toen hij in Nederland terug kwam toch geen beletsel om bij de Landwacht te gaan. En een geweer hanteren kon hij nog steeds.
Met andere N.S.K.K.-ers heeft Beute nog een overval gepleegd op de boerderij van Arkink te Gammelke onder Weerselo, waarbij G. Vagevuur, die daar ondergedoken was om het leven kwam. Ook Beute is militair geweest en dat maakt zijn in vreemde krijgsdienst treden des te erger. De procureur fiscaal rekende hem dat zwaar aan en eiste 10 jaar gevangenisstraf met aftrek daarbij onder meer overwegende dat het misschien wel de kogel uit Beute´s geweer was die Vagevuur dodelijk verwondde.
J.W. Van Zuilekom
Rechtzaak Bijz. Ger. Hof te Almelo 12-2-1948
De mechanicus J.W. van Zuilekom uit Ootmarsum, kreeg 4,5 jaar hechtenis met aftrek van de tijd dat hij al in hechtenis heeft gezeten, omdat hij op 22 november 1944, als Landwachter had deelgenomen aan de gewapende overval op de boerderij van Arkink te Gammelke, gemeente Weerselo, waarbij Chr. W. Vagevuur, die daar ondergedoken zat door geweerkogels werd getroffen en later om het leven kwam. Voorts heeft hij wacht gehouden bij de boerderij van Paus in Hezingen, terwijl de overige Landwachtleden, onder de leiding van Dick Kip, op deze boerderij een gewapende overval pleegden. Van Zuilekom verklaarde dat hij bij de overval te Gammelke geen geweer bij zich had en ook niet geschoten heeft. Samen met Dick Kip heeft hij volgens zijn zeggen, Vagevuur, die levensgevaarlijk gewond was, nog naar huis gebracht.
Ten aanzien van het wachthouden bij de Pausboerderij zei Van Zuilekom tegenover de rechters, dat hij op verzoek van Kip wacht heeft gehouden. Hij gaf toe dat hij zich daarbij aan eigendommen van de slachtoffers vergrepen heeft.
Johan Naafs en Johannes Franciscus Achterbosch, Landwachters uit Oldenzaal.
vrijdag 16 januari 1948 uit het Twents Dagblad Tubantia.
Zitting van het Bijzonder Gerechts Hof te Almelo op 15 januari 1945
Het treurige duo van de Landwacht. (De overval op de Pausboerderij te Hezingen op de Pausboerderij.)
“Tijdens de zitting was het een heroïsche ontmoeting tussen zuiver verzet en zuiver verraad”. Met deze woorden schetste een verdediger gisteren de dramatische gebeurtenissen welke zich op die mooie vrijdagmorgen in oktober 1944 op het erve Paus te Hezingen afspeelde.
Tussen die onbaatzuchtige vaderlandsliefde van de familie Evers en de moordende grijpgrage Landwachters ligt een wereld van verschil.
De aanwezige familie Evers met hun elementaire opvattingen van recht en menselijkheid, aan de andere zijde de treurige optocht van landwachters in de rechtszaal.
Het was, gezien de stompzinnigheid van deze Landwachters geen wonder dat zij hun “chef” de 19 jarige oude HBS´er Kip, beschouwden als iemand die “goed bij” was. Zij kenden hem waarschijnlijk niet eens toen hen het bevel bereikte om zich vroeg in de morgen van de dag van de overval, bij hem te voegen. Zij hoorden immers bij de groep Landwachters uit Oldenzaal. De 44 jarige Johan Naafs, een ex-ziekencontroleur uit Overdinkel en de 56 jarige Johannes Franciscus Achterbosch, tuinman te Oldenzaal die terecht stonden. Het botte leidersbeginsel was in hun geesten gebeukt. “Befehl ist Befehl!”
De grootste misdaad was om deze twee mannen een geweer te geven, was de opmerking.
Maar in die tijd liep Duitsland al op zijn laatste benen en degene die voor een appel en een ei plus aandeel in de buit een terrorist koud maakte was nog altijd welkom als handlanger.
Het klinkt als hoon, wanneer men hoort dat de Landwacht was opgericht om “leven en goed van de bevolking te verzekeren". In plaats daarvan schoten zij altijd in de lucht, doch raakten bijna steeds degene op wie zij het hadden begrepen, om daarop, na volbrachte arbeid met een zak appels, een leren jas en een paar schorten huiswaarts te keren.
Johan Naafs:
De procureur generaal van het Hof schetste Naafs als “een gewiekste en gewetenloze Landwachter”. Dat “gewiekst” zal er bij velen in ingegaan zijn, maar we moeten het, op gezag van Mr. De Walle wel aannemen. Want deze Naafs, was nu een tot vlees geworden domheid. Hij deed zelfs niet eens een poging om nog iets te redden, wanneer hem daartoe de gelegenheid werd geboden. Hij zat voortdurend te suffen om dan als geëlektriseerd naar het hekje te springen. Hij begreep de vragen niet en het was geen wonder dat, zoals zijn verdediger Mr. Jebbink zei, ieder woord in de brieven welke hij aan Naafs had geschreven fout was.
Zijn levensloop verheldert misschien iets. Van 1935 tot 1940 was hij in de werkverschaffing en kon met zijn geesteszieke vrouw 13,80 gulden in de week besteden. Een N.S.B.´er zei dat hij bij de N.S.B. moest gaan en hij liep regelrecht in de fuik net als zo velen. Hij behoefde maar een geringe aanleg voor de misdaad te bezitten om dan in het Landwacht milieu alle normen uit het oog te verliezen. Helaas is niet nagegaan of Naafs in het verleden ook al misdrijven had gepleegd.
Het duo Naafs en Achterbosch zijn de Landwachters die de boerderij van Paus waren binnen gedrongen.
Achterbosch die via de paardenstal binnen kwam, ziag Bernardus Evers op zich afkomen, pakt zijn geweer, legt aan en schoot, maar het wapen weigerde zijn dienst. Toen nam Naafs zijn geweern en schoot Bernardus Evers door de borst. Naafs zegt dat het niet zijn bedoeling was om te doden, maar deze verklaring wordt uiteraard niet serieus genomen. Als hij alleen schrik wilde aanjagen zoals hij verklaarde, had hij op een andere, dan borsthoogte kunnen schieten. De kogel drong door het Lichaam van Bernardus Evers heen, doch was niet dodelijk. De S.D. op het vliegveld hebben er later voor gezorgd dat hij alsnog werd vermoord.
Johannes Franciskus Achterbosch
Achterbosch, de "vlijmscherpe" genoemd omdat hij zo zuiver kon schieten was commandant van de Landwacht in Oldenzaal. De Duitsers hadden hem in het begin van de oorlog misschien een “Untermensch” genoemd, maar later, toen het slecht ging met de oorlog, konden zij hem gebruiken. Op de zitting tegen hem, luistert hij met de hand aan het oor, naar de vragen van de president. Zijn ogen liggen diep onder de dikke borstelige doorlopende wenkbrauwen.
Over het schieten op Bernardus Evers in de Pausboerderij zegt hij: “Ik zag een man met een jachtgeweer op mij afkomen en daarom wilde ik schieten!” De verdachte Naafs die uiteindelijk het schot loste, verklaarde dat de man een bijl in zijn hand had. Op deze manier trachtten zij zich te verdedigen. Maar meer betrouwbare verklaringen geven een heel ander beeld weer. Ook zegt Achterbosch dat zij al wilden weggaan, toen ze een geslachte koe ontdekten. Dat was de oorzaak dat zij een nader onderzoek in wilden stellen, met het noodlottige gevolg daarop.
Achterbosch ter zitting: “Wij wilden alleen Schwarzslächter opsporen!”
De president antwoordde hierop:
”En jullie vingen altijd onderduikers”.
De verdediger van Achterbosch wees er op dat zijn cliënt een beetje voorbeschikt was om fout te zijn. In 1914 deserteerde hij uit het Nederlandse leger en ging in Duitsland wonen. In 1934 keerde hij terug en trouwde met een Duitse vrouw. Volgens de verdediger hebben die 30 jaren in Duitsland diepe sporen gezet op zijn spreekwijze.
Tegen hem wordt 8 jaar geëist met ontzetting uit alle kiesrechten.
J.J.Achterbos
J.J. Achterbos, van beroep stoker, uit Oldenzaal, Landwachter
29-1-1948 ter zitting. Bijz. Gerechts Hof zitting te Almelo.
i.v.m. de overval op de boerderij van Paus te Hezingen.
Toen Achterbos, in het begin van de oorlog, zijn radiotoestel moest inleveren, werd hij sympathiserend lid van de N.S.B. Op die manier kon hij zijn radiotoestel behouden en daarmee stond of viel zijn vaderlandsliefde.
Dat tekent de mentaliteit van deze man, die dom en karakterloos als hij is, deed wat ze hem opdroegen. In de N.S.B. heeft Achterbos alle mogelijke functies verricht. De Volksdienst zorgde volgens zijn opvatting toch immers voor de arme mensen. Maar daar bracht hij niets van terecht. Dat kon ook moeilijk anders want hij bezat er de capaciteiten niet toe. Maar toen hij ten slotte bij de Landwacht terecht kwam, ging hij dingen doen, die hij beter helemaal achterwege had kunnen laten. Hij controleerde op Ausweisse, verrichte patrouillediensten en om de kroon te zetten op zijn misdadig werk, naam hij deel aan de overval op de Pausboerderij in Hezingen.
Uiteindelijk werd hij er ook nog voor betaald. Landwachters werkten op uurloon. ´s Nachts kregen ze 1 gulden per uur. Evenals de anderen, heeft ook Achterbos meegedeeld in de opbrengst van de Pausboerderij. 6 Pond varkensvlees en een paar schoenen waren voor hem.
7 jaar gevangenisstraf werd tegen hem geëist met aftrek van het voorarrest en ontzegging uit alle kiesrechten.