Inval in het Lutterzand

 

 
Het Lutterzand, kunt u vinden ten noorden van de A1 vlak voor de Duitse grens.

Dat er wel meer mis ging, behalve bij verschillende overvallen is hieronder te lezen.

Voorbereidingen opblazen spoorlijn Oldenzaal - Bentheim (Dl)
De verzetsman, Dirk Kloos, die ook deel had genomen aan het opblazen van het zogenaamde Bouwhuistunneltje in Enschede, krijgt de opdracht om genoemde spoorlijn op te blazen, om zodoende het treinverkeer naar- en van Duitsland onmogelijk te maken.  


Spoorlijn Oldenzaal - Bentheim
 

Dirk Kloos, die zelf ook leider van een verzetseenheid is, houdt zich schuil in zijn zomerhuisje in het Lutterzand.
Dirk Kloos voelde zich aangetrokken door het stukje natuurgebied van De Lutte en bouwde daar een zomerhuisje op het grondgebied van Jens Rolink. Dit stukje grond wordt "De Scheppelborn" genoemd.
(Een eindje verderop stond het riante zomerhuis van Bernard Scholten (huisje op de heuvel)

In juli 1943 werden alle oud-militairen opgeroepen om te gaan werken in Duitsland.

Niet alle officieren meldden zich en doken onder. Zeer velen van hen kwamen terecht in het verzet.

Ook Dirk kreeg de oproep. Maar hij legde deze oproep naast zich neer en verbleef daarna veelvuldig in zijn zomerhuisje, waarvan hij dacht dat het daar tamelijk veilig vertoeven was. 

Het was op maandag 26 juli 1943 dat hij defenitief daar ging wonen. 

Hij had in dit zomerhuisje voordien al eens Duitse deserteurs, verzetsmensen en joden onderdak geboden. Van daaruit ging hij zich steeds meer inzetten voor het verzet en kreeg contact met verzetsmensen uit Weerselo, Borne, Saasveld en ook met de K.P. in Zenderen.

Mevrouw Kloos bleef met haar dochtertje voorlopig in Enschede wonen, niet op haar woonadres, aan de Kottendijk 179 te Enschede, maar bij haar schoonouders. Tevens werd zij werd koerierster van Arend Rompelman, Friso van Hoorn en Giel Ploeger

Van daaruit vervult hij met zijn mannen de ontvangen opdrachten, voornamelijk in Noord-Oost Twente.
Omdat Dirk te weinig mensen voor deze klus heeft, vraagt hij "Blonde Piet" om een paar van zijn mannen af te staan voor deze actie. Piet stuurt vervolgens Jaap Westra, Rinus Landman en Wim Krijgsman? (Vermoedelijk wordt hier Wim Wijtman, de ex-SS'er mee bedoeld). Joop Ponsioen, die bij boer Ophuis woont, zal ook meedoen.
Inmiddels heeft Dirk al trotyl meegenomen. In het zomerhuisje pakt hij de Trotyl uit om dit voor te bereiden. Tot zijn schrik ziet hij dan dat het wit, in plaats van zwart trotyl is. Hij weet dat wit trotyl een zeel gevaarlijk goedje is, dat alleen door echte experts gebruikt kan worden. Dirk vraagt dan om andere springstof.

 


Militairen voor de oorlog oefenen met trotyl, hier om een boom te springen.


Opmerking: Ik heb geprobeerd uit te vinden wat het verschil is tussen zwart- en wit trotyl, maar ben daar niet achter gekomen. Er zijn legio legeringen van springstoffen en dat gaat ver buiten de opzet van deze page. Vermoedelijk werd het zwarte trotyl gemengd met andere stoffen om de explosiekracht in te dammen, waardoor minder risico's werden gelopen, voor onervaren gebruikers.

Daartoe krijgt Piet te horen dat zijn drie mannen wat langer wegblijven, omdat Dirk op andere springstof moet wachten.. De drie mannen van de groep van Blonde Piet, overnachten vervolgens in een zomerhuisje, vlakbij dat van Dirk Kloos en zijn vrouw. 
Tijdens dit wachten zegt Jaap Westra, in het algemeen. "Ik zit hier toch heel wat veiliger dan in het zomerhuisje van Schutte, op het Hoge Boekel, waar Piet vaak is. Dat ligt mij te dicht bij de straat.

Op donderdag 14 september 1944, doen de beruchte landwachters, Dirk Jan Kip en Bonken Jantje, met hun mannen, een inval in genoemd zomerhuisje. Dirk Kloos, en een ondergedoken piloot, genaamd Wilfred alsmede Jaap Westra, Rinus landman en Wim Krijgsman (Wijtman) worden gearresteerd.

De vrouw van Dirk weet, met bebulp van één der landwachters, te ontkomen. De mannen worden vervolgens naar Denekamp overgebracht en aan de Duitsers overgedragen.

Opmerking: Over deze hulp bij het ontkomen van mevrouw Kloos, wordt maar heel weinig aandacht aan besteed. Het lijkt zo simpel. Midden in het Lutterzand en dan ongemerkt voor de anderen ontkomen. Wie was deze Landwachter? En waarom werd zij in de gelegenheid gesteld om te ontkomen. Is dit vooraf al geregeld? Afspraak als voorwaarde bij verraad? We zullen het wel nooit weten.

We laten Bonken Jan aan het woord omtrent deze inval:

Gedeelten van het verhoor van J. Bonke jr. na zijn arrestatie in Nordhorn door de NBS Denekamp op 8 april 1945. Naar aanleiding van zijn deelname aan de overval in het Lutterzand:

“Op bevel van Kip (waarschijnlijk donderdag 14 september), ging ik naar een kapper in de Grootestraat in Tubbergen om daar twee terroristen te zoeken, tezamen met de gebroeders Nijholt uit Losser. Ik meen dat we daar totaal met zes personen waren.
In Tubbergen kregen we een telefonische oproep van Van Dijk om onderduikers te gaan halen uit het Lutterzand. We besloten er die volgende ochtend naar toe te gaan. Wie die mensen daar heeft aangebracht, weet ik niet. Commandant Kip deelde dit aan ons mede. Wij zijn met ons vijven daar naar toe gegaan. We hebben daar Kloos, Abs Kuiten en nog een ander gepakt en verder nog een Canadese piloot. De auto van Oude Ophuis hebben wij toevallig gevonden bij het doorzoeken van het Lutterzand. De hele Landwacht van Oldenzaal was daar vertegenwoordigd n.l. boven genoemde vijf personen, Naafs uit Losser en anderen, maar dat waren vreemden die uit Den Haag waren geëvacueerd.
Of genoemde Van Dijk in verbinding stond met de Gestapo, weet ik niet. Misschien in 1943. Toen kwam hij veel bij Schild, aan de grens. Wat hij daar deed, weet ik niet. Met die mensen werkte ik nooit samen. Ik werkte in Denekamp zelfstandig voor de Gestapo.”


Wanneer je één en ander goed leest, dan was er de informatie dat zich in  het Lutterzand onderduikers zouden bevinden. Dit keer (via Van Dijk) niet zoeken naar…maar ophalen. Dus de zekerheid van aantreffen was er alleen wist men nog niet precies waar.
Bij genoemde Van Dijk in de verklaring van Bonke kreeg ik later verdere informatie. Het betreft hier:

-P. van Dijk (3-4-1890), 'kantoorhouder PTT' in Denekamp, lid NSB, na sept. 44 uit die partij gezet, verder "groepsorganisator, Landwacht, aanbrenger, propaganda".

-Dochter "mej. T.G. van Dijk (6-2-1921), lid NSB sinds zomer 1940 tot nov. 44." Bij haar naam staat o.m. vermeld: "afluisteren Engelsche radio en aanbrengen, verkeering met Kip uit Ootmarsum."

De jachtopziener Koehorst en Joop Ponsioen, die de overval meegekregen hebben, waarschuwen de KP. Johannes ter Horst, die zojuist een bespreking met Henk Brinkgreve heeft gehad, besluit zelf naar Denekamp te rijden om te kijken of er een bevrijdingspoging gewaagd kan worden. Ter plaatse komt hij al snel tot de conclusie dat dit door de grote groepen bewakers, niet mogelijk is. Via Friso van Hoorn, hoort de vrouw van Dirk, twee dagen later, dat een bevrijdingsactie er niet in zit.

De onderwijzer Dingeldein, die in Denekamp woont, schrijft in zijn dagboek:
September 14, donderdag:
"Vijf kerels werden opgepakt en tegen de muur van het gemeentehuis gezet, met de handen omhoog. Wilden zij de handen laten zakken, dan werden zij met doodschieten bedreigd. Later werden er drie naar Ootmarsum gebracht; ze moesten op kousevoeten lopen.
Er wordt verteld dat het onderduikers zijn, die uit een zomerhuisje in 't Lutterzand zijn gehaald. Er zou een Amerikaanse piloot bij zijn".
Wat later schrijft de heer Dingeldein:
"De 5 mannen zijn op 't gemeentehuis ellendig mishandeld. Het meisje van Blokhuis, dat op de secretarie werkt, kwam schrijend en geheel ontdaan thuis".


Annie Velthuis, een 20 jarige vrouw die op het gemeenthuis in Ootmarsum werkt, schrijft in haar dagboek:
"16 september: Gistermiddag door Ootmarsumse landwacht 4 onderduikers en 1 Amerikaanse piloot ingepikt en op transport gesteld. Dirk Kip lijkt wel hartstikke gek. De hele dag rijdt hij met zijn spuit op de motor.

Ook "Blonde Piet" wordt in kennis gesteld met het feit dat drie van zijn mannen werden gearresteerd. Het is nu extra oppassen en voorzichtig zijn. Wat zouden de drie aan de Duitsers kunnen vertellen?                                                                 

De Amerikaanse piloot wordt vervolgens door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt en naar de daarvoor ingerichte gevangenis, in de fabriek van Richtersbleek te Enschede gebracht.


Opmerking: Dingeldein schrijft over 3 personen op kousevoeten. De piloot werd als krijgsgevangen overgebracht naar Enschede en Dirk (één van de drie) werd vanuit Hengelo naar het gebouw van de SD aan de Tromplaan overgebracht.
De vrouw van Dirk Kloos, schreef later een boekje. "Mijn leven naast een verzetsman". Daarin staat o.a. ik citeer:
"Dirk was de eerste van het groepje die wist te ontvluchten. Jaap Westra was in Denekamp al van het groepje gescheiden en is naar een kamp in Ommen gebracht. Waar hij het ook moeilijk heeft gehad."


Dus Jaap westra viel ook af en het groepje dat overbleef, bestond uit: Dirk Kloos, Rinus Landman en Wim Krijgsman (Wijtman)

In een gesprek met mevr. Vischers-Vreelink, de weduwe van Dirk Kloos, vroeg ik haar of de persoon Wim Krijgsman, niet Wim Wijtman heette. Zeer beslist antwoordde zij dat dit niet het geval is. Zij had nog nooit van een Wim Wijtman gehoord. Ze beschrijft Wim Krijgsman dan als iemand uit het westen afkomstig, die door velen binnen het verzet niet vertrouwd werd...........Wim Wijtman kwam uit Wormer en werd door veel verzetslieden niet vertrouwd.

Uiteindelijk in Hengelo aangekomen, wordt Dirk, die als leider wordt gezien, overgebracht na het gebouw van de S.D. aan de Tromplaan 8 te Enschede. Dirk moet daar de hele dag met de handen omhoog, buiten het gebouw staan en af en toe wordt hij gehoord.
Vervolgens wordt Dirk overgebracht naar Deventer.....

Later bleek dat Dirk de navolgende martelpraktijken had ondergaan:  Hij werd van ongeveer 18 september tot 20 september (1944), nabij de IJsselbrug, aan een boom geketend en heeft daar dagen zonder voedsel gezeten. Rondom hem werd geschoten en vielen bommen. Het was een hel om dat door te maken. Zijn leven lang heeft hij hier psychische problemen aan overgehouden.
Dirk kon later ontvluchten, door te doen alsof hij schurft had en daarvoor door een dokter behandeld moest worden. Aldaar lag een pak voor hem klaar en kon hij ontvluchten. De dokter kon zich met een smoesje redden.

Korte tijd daarop kon ook Rinus Landman ontvluchten. Dus bleef alleen Wim Krijgsman (Wijtman) over.
Over hem is niets bekend was hij al vroeg vrijgelaten? Wat is er met hem gebeurd?

Ik besloot 27 december 2003, andermaal naar mevrouw Vischers, zijnde de weduwe van Dirk Kloos, te gaan om van haar wat meer duidelijkheid over deze zogenaamde Krijgsman te verkrijgen.

Hieronder de woordelijke verklaring van haar:
"Ik heb deze man leren kennen als Wim Krijgsman, afkomstig uit Rotterdam, een praatjesmaker en niemand vertrouwde hem. Toen de arrestatie volgde, was Wim gekleed in een pyjama en is ook zo naar de cel gebracht. Hij heeft kennelijk gepraat, want de Duitsers wisten te vertellen, dat ik met mijn dochtertje, op de fiets was vertrokken.  
Nadat hij was vrijgekomen, heeft het verzet hem aan de tand gevoeld over hetgeen hij aan de Duitsers heeft verteld."

Zij vervolgt dan over het schrijven van haar boekje: "Mijn leven naast een verzetsman"::

"Tijdens het schrijven van dit boekje, werd mij geadviseerd niet te veel over "hem" Krijgsman (of Wijtman) te schrijven. Dit in verband met repressaillemaatregelen van nog bestaande familie. Het laatste wat ik van hem gehoord heb is dat hij later in Goor woonde en daar is overleden. Ook zijn er verhalen verteld dat deze Krijgsman (Wijtman) als gevaarlijk werd beschouwd en daarom geliquideerd is."

Naar boven

<<<<<                                                  >>>>>